Met een groep studenten bezochten we DEAF2014, het tweejaarlijkse Dutch Electronic Art Festival.
Het thema dit jaar, The Progress Trap, sloot, toeval of niet, aan bij Mediageschiedenis. Is ons huidige begrip van vooruitgang houdbaar? Will tech save us? Als innovatie een doel op zich wordt, losgekoppeld van culturele, sociale en ecologische ‘vooruitgang’ heeft dat allerlei gevolgen. Verleidelijke, snelle, technologische oplossingen kunnen juist op lange termijn allerlei problemen veroorzaken. Can technology save us from technology?
Micky had een afwisselend programma samengesteld, dat plaatsvond in Het Nieuwe Instituut:
- lezing Adam Greenfield: ‘At the end of the world, plant a tree’
- bezoek expo: The progress trap
- performance PIPS:lab: The Potator (3D virtueel schilderen)
Spawn – Jonas Vorwerk in de vijver voor Het Nieuwe Instituut
Monobanda toonde een installatie waarbij de virtuele wereld zich vermengt met de fysieke. Je loopt rond met een soort vogelhelm op je hoofd. Op een schermpje voor je zie je de wereld om je heen, en op datzelfde moment – best gek – zie je ook jezelf lopen, op de rug gezien. Ondertussen bots je tegen mensen op, maar ook weer niet, want je ziet iedereen om je heen ook op het schermpje (digifrenie, Douglas Rushkoff).
Niki van Monobanda gaf uitleg. Het doel was om een eenvoudig spel te maken, een spel zonder doel. Het idee ontstond a.) toen ze wat zaten te spelen met Skype op hun telefoons en b.) door het uitgangspunt van Facebook waar je jezelf figuurlijk van een afstandje ziet letterlijk te nemen. De uitvoering moest zo simpel mogelijk zijn. De installatie is open source, iedereen kan het maken en spelen. Het kwam op me over als een soort low-tech D.I.Y. virtual reality for the masses.
Adam Greenfield hield een grimmig verhaal. Hij toonde dystopische sci-fi-beelden (uit The Road, Elysium, Children of men, Total Recall, Soylent green), grauwe toekomstvisies, waarin de aarde is uitgeput, een enorme kloof gaapt tussen groepen mensen, geweld en repressie de norm is, en waarin voortdurend een strijd op leven en dood gevoerd wordt, om elk van die filmbeelden te pareren met een beeld uit de werkelijkheid: Abu Ghraib, Kowloon Walled City, Dubai Marina Quarters naast containerblokken in de woestijn zonder air conditioning waar paspoortloze arbeiders wonen die die luxe bouwen. Dystopia happens every day: to someone else. We zwelgen in die films.
Greenfield is de eerste om toe te geven dat ‘de vooruitgang’ ons de afgelopen vijftig jaar veel goeds heeft gebracht. Het idee, de belofte en de (gedeeltelijke) realisering van de universele toegang tot kennis, op elk moment, waar ter wereld je je ook bevindt, is fantastisch. In vogelvlucht somt hij enkele sleutelfiguren, uitvindingen en voorspellingen op. De Memex van Vannevar Bush. Douglas – The Mother of All Demo’s – Engelbart die ons de muis, de grafische interface, voice commands en ‘windows’ gaf. Mark – Ubicomp – Weiser die tabs, pads and boards voorspelde. Wikipedia.
Maar, zegt hij, ‘something else happened’.
Vooruitgang geeft ons ook stupidity en ‘useful idiots’ als Robert Scoble en Ray Kurzweil. Het geeft ons ‘walled gardens’ (Apple), ‘withdrawal from public life’ (Google campus, privaatvervoer ernaartoe, waardoor publieke diensten eroderen, de kloof tussen groepen groeit), ‘secure enclaves’ (winkelcentra waar je niet zomaar in mag, waar geen bankjes zijn om op te zitten en een meegebracht broodje te eten), ‘alienation engines’ (apparaten die tot gevolg hebben dat we ons lichaam alleen nog maar voelen via de terugkoppeling van onze eigen biologische data nadat die eerst naar de cloud zijn gestuurd – Nike Fuel ed.)
Greenfield pleit voor nieuw lokalisme. ‘There is no rescue via growth, no escape from our planet, nor from ourselves’ (transcendentie). We moeten repareren, improviseren, hergebruiken, elkaar ontmoeten en helpen. In potentie goede ideeën als Airbnb hebben door de nadruk op verhuren, op het genereren van inkomsten, initiatieven als Couch Surfing gekannibaliseerd. Niet elke relatie hoeft in geld uitgedrukt te worden.
Bij de ingang van de expositie stond een werk van Louis-Philippe Demers, The blind robot. Een stoeltje, waar je plaats kon nemen tegenover twee hangende robotarmen. Willen we intimiteit van een robot? En hoe dan?
Spannend om over na te denken: van precisieinstrument naar aaiende aanwezigheid, al blijft de aanraking timide, preuts (het bedrog van fotografie, de fantasie doet een groot deel van het werk). Echt spannend wordt het niet, zie filmpje, maar dat is het natuurlijk wel, als je nadenkt over de implicaties.
Revital Cohen en Tuur van Balen maakten een werk dat refereert aan Ford, de lopende band, Charlie Chaplin (Modern Times). Ze maakten een choreografie voor de montage van een product. Het doel van het product is het ten uitvoer brengen van de choreografie, de montage van het product.
Prepper’s Room. Voorbereiden op de eindtijd/rampen.
Bij de uitgang hing Departure Board, van Alicia Framis, met ontsnappingsmogelijkheden naar (utopische) fictieve steden.
Er was ook studentwerk van de Willem de Kooning Academy en het Piet Zwart Instituut. Ruben van Dijk toont alle 140 uploads naar Thingiverse in een bepaalde periode van 24 uur en levert visueel commentaar op de mythe dat met de komst van 3D-printtechnologie mensen ‘in no time’ allerlei ‘useful objects’ zouden gaan printen. Analogie: geef de mens Youtube en hij deelt vooral kattefilmpjes.
Het werk waar we uiteindelijk het meest benieuwd naar waren was Potator van PIPS:lab, een interactieve installatie waarmee je virtueel kunt schilderen. Via stokjes met bewegingssensoren legt de installatie armbewegingen vast. Ondertussen en daartussen loopt iemand met een camera die dingen filmt, en dingen scant, met deze gefilmde en gescande beelden kan ook in real time ‘geschilderd’ worden. We waren chagrijnig omdat de voorstelling een uur uitgesteld was, toen gooide PIPS:lab genereus de deuren open en mochten studenten de installatie zelf uitproberen.
Micky, was leuk. Bedankt voor organiseren.
Studenten, benieuwd naar jullie verhalen volgende week.
Irma, 25 mei 2014
ps. 24 juni een exposium (= expo + symposium) met Michiel Schwarz en Theo Ploeg in de medialounge. Met studentwerk.
Leuk verslag, Irma! Ik wil een rugmasaage robot!